Phnom Penh

23 april 2018 - Phnom Penh, Cambodja

Beste lezer,

Toen ik eenmaal had besloten dat ik Vietnam wou verlaten, heb ik er geen gras over laten groeien. Ik heb zo snel mogelijk de bus genomen naar de eerste stad van waaruit ik de grens kon passeren: Ho Chi Minh city, a.k.a. Saigon. Dat betekende wel dat ik eerst 22 uur op de bus moest zitten, waarbij ik ook nog eens moest overstappen in Nha Trang en een omweg moest nemen via Mui Ne. Gelukkig zijn de bussen hier een stuk meer comfortabel dan de Belgische bussen. Je hebt je eigen bed, relatief veel beenruimte, en je kunt dus best lekker slapen. Daarbij stopt de bus elke twee uur om te kunnen eten. Ondanks deze kleine comforten was ik absoluut kapot op het moment dat ik laat in de namiddag in Saigon aankwam. Ik ben dan ook direct naar mijn hostel gegaan om te douchen en een dutje te doen. 'S avonds moest ik nog wat formaliteiten vervullen; mijn laatste Vietnamese geld op maken; en wat snacks kopen voor de volgende dag op de bus.

De volgende ochtend moest ik alweer vroeg uit bed, want de bus naar Cambodja was er al om 7.00. Op de bus moesten we allemaal een visumapplicatie invullen en onze paspoorten afgeven. Gelukkig had ik al online wat research gedaan, en was dit de normale procedure om de grens te passeren, want anders was ik vast in paniek zoals mijn Portugese busgenootjes. In ieder geval ging de grensovergang heel vlot en heb ik nu weer een mooie nieuwe sticker in mijn paspoort. Tijdens een van de stops geraak ik aan de praat met een groepje Indische meiden, waar ik direct mee klik. Latika, Bonita en Arsita vertellen me over hun dinnerplans en ik nodig mezelf uit. Eenmaal aangekomen in Phnomh Penn helpen ze me met mijn nieiwe Cambodjaanse simkaart, wat erg vriendelijk is, ook al komt het na die lange busrit en in die hitte iets te intens over. Ik maak dat ik naar mijn hostel kom voor een douche en een dutje. 'S avonds hebben we afgesproken om half 9 voor dinner in the dark. Je weet wel, je zit in een pikkedonkere ruimte en je wordt bediend door blinden; in Europa een populair concept. Normaal zou ik hier niet zo snel naartoe gaan, maar de omstandigheden zijn perfect. Het blijkt een super grappige avond te worden, waarbij het zeker een uitdaging is om van elkaars gerechten te proeven (zeker als je een soeplepel moet doorgeven in het donker!) Het eten is ook echt geweldig: westers, en een soort van chique! Na het diner maken we nog een wandeling door de night market en chillen we bij het water. Cambodia bevalt me nu al.

De volgende dag word ik vroeg wakker, want ik heb een tuktuk gereserveerd om naar de Killing Fields te gaan en te leren over Cambodia's treurige en bloederige geschiedenis. Twee Britse meisjes uit de hostel gaan ook met me mee, dus ik heb direct gezelschap. Ik heb geluk, want ook hier klik ik direct. Abby en Dannii zijn perfecte kompanen voor dit bezoek, want ze zijn lekker rustig maar toch grappig. Alvorens we de Fields bezoeken, gaan we eerst langs de voormalige gevangenis, die nu een museum is. Ik doe de audiotour, die een diepe indruk op me achterlaat. Wanneer je in de gevangenis wandelt kun je je levendig voorstellen hoe precies de gevangenen werden gefolterd, net zolang tot ze valse bekentenissen af zouden leggen en de cipiers ze "rechtmatig" konden vermoorden. De absurditeit van dit concept blijkt vooral duidelijk uit de bekentenissen van een jonge Amerikaan die per ongeluk in de gevangenis belandde tijdens zijn reis rond de wereld: in zijn getuigenissen praat hij over colonel Kentucky (KFC) en sergeant Pepper (The Beatles) die hem zouden hebben laten spioneren voor de CIA. Een maand later werd hij omwille van spionage om het leven gebracht. Een schokkend item in de gevangenis, die voorheen een school was geweest, was een houten frame om schommels aan te hangen. In plaats van schommels hadden de leden van de Rode Khmer onder Pol Pot er galgen van gemaakt, waaraan de gevangenen werden opgehangen aan hun polsen. Vervolgens werden ze ondersteboven in emmers vol uitwerpselen gedoopt. Dit is maar een van de vele foltermethoden die me levendig wordt beschreven. Ik word meermaals misselijk en moet op een gegeven moment naar buiten stappen. Dat de mens in staat is zulke gruwelijke daden te verrichten tegen zijn medemens... Helemaal stilgeworden stappen we buiten, om door te rijden naar de Killing Fields. Ja raadt het al: velden waar massamoorden werden gepleegd, en waar je tot op de dag van vandaag nog steeds splinters van schedels en tanden op de grond kunt vinden. Er liggen zo'n 200000 schedels, waarvan 8000 in een speciaal opgericht gedenkmonument. Veel indruk maakt de killing tree, waar babies tegenaan werden gesmakt recht voor de ogen van hun moeders, die daarna ook de kop werd ingetikt. Verderop staat de magic tree, waaruit door stereos luid revolutionaire muziek werd afgespeeld, zodat omstanders de gruwelen niet zouden horen. En even verderop: een massagraf, waar onthoofde Vietnamezen in werden gegooid. (Omdat volgens de Vietnamese traditie een mens alleen rust kan vinden als zijn lichaam compleet is, hakten ze de hoofden er eerst af.) Ik sta met tranende ogen naar de schedels te kijken en besluit een wierookje te branden uit eerbetoon. Ook nu ik dit schrijf krijg ik een krop in mijn keel. Ik voel me dankbaar wetende dat ik in tijden van vrede kan leven, en bid voor de slachtoffers van het regime en iedereen die zich nu in zulke penibele situaties bevindt.

Het was een hele heftige middag. Gelukkig bezoeken we daarna nog in een impuls Wat Phnomh, een prachtige tempel, en vinden daar wat rust. Eenmaal terug in de hostel lees ik verder in First they killed my father, een aansluitende getuigenis van een overlevende van de oorlog. In een paar uur dompel ik mezelf volledig onder in deze gruwelen, en ik lees wel 150 pagina's. Gelukkig vragen Abby en Dannii me na een tijdje of ik mee met hen wil gaan eten, en we besluiten onder genot van een falafel morgen samen verder te ruzen naar Koh Rong.

Groetjes!