Kuching

26 mei 2018 - Kuching, Maleisië

Beste lezer, De dag na het ATM-incident stap ik het vliegtuig op naar Kuching. De man naast me, Joseph, begint direct te babbelen over zijn geboortestad, waardoor ik met een redelijke voorkennis arriveer. Joseph's vrouw geeft me een lift naar mijn hotel en stuurt me daarna nog een paar whatsapp berichten vol lokale gerechten die ik echt moet proberen. In de hostel val ik direct in slaap. Ik word pas wakker als de avond valt, een uur of vier later. Misschien was mijn hele avontuur toch iets vermoeiender dan ik zou willen toegeven. 'S avonds ga ik pizza eten met twee Duitse meisjes en een Spaanse. De Duitse meisjes nodigen me uit om mee te gaan op rivercruise de dag nadien, maar het kost veel (35 euro!) en ik moet er even over nadenken.

De volgende dag is het tijd om de stad te verkennen. Ik besluit naar het Cat Cafe te gaan, en ondertussen een beetje te sightseeen. De wandeling brengt me langs verschillende kattenmonumenten, kattenstandbeelden en kattengraffitis. Kuching is dan ook Malai voor Kat. Ik koop onderweg bij het waterfront een wafel en in de Indiase straat een zak lychees (opnieuw met die witte wormen, zie ik nadat ik er al een stuk of 5 op heb.) Ik volg het waterfront verder en verder tot ik uiteindelijk uitkom bij mijn bestemming. Het kattencafe is basically een dierenwinkel waar je naar de tweede etage kunt doorlopen, om daar een barretje te vinden en een afgesloten deel waar een stuk of 7 katten rondlopen. Na je schoenen te hebben uitgedaan en je handen te hebben gedesinfecteerd gaan de poorten van de hemel open en mag je jezelf zolang je wilt uitleven, zolang je de katten maar respecteert. In de kastenruimte zit al een ander meisje die helemaal druk bezig is met alle katten vanaf alle mogelijke hoeken op de foto te zetten. Het is vreemd om iemand aan het werk te zien die nog gekker is op katten dan ik. Na een uur vertrekt ze eindelijk, en voel ik me vrij om mijn ultieme kattenknuffeltruc uit te halen: op de bank gaan slapen en doen alsof je slaapt. Gegarandeerd zitten er binnen vijf minuten een paar katten om je heen. Het werkt, en ik val bijna daadwerkelijk in slaap met een fluffy kat tegen mijn armen en een bengaalse kat in mijn kniehoek. Na een paar uur is het tijd om op te stappen. Aangezien ik die avond helemaal niets te doen heb en ook niets heb gepland besluit ik mee te gaan met de Duitse meisjes op riviercruise. We worden rond een uur of 16 opgehaald door een expat die getrouwd is met een Maleise man, haar toergids een tiental jaar geleden. We rijden een halfuur de stad uit en stappen dan de boot op. In het begin regent het, maar na een tijdje klaart het op, wat ervoor zorgt dat we de mooiste zonsondergang ooit zien. In totaal zitten we wel vier uur op de boot. We proberen krokodillen te spotten in het donker (je kunt ze makkelijk zien als je er met een zaklamp op schijnt, omdat hun ogen dan rood terug reflecteren), zien dolfijnen in de monding van de rivier, en aapjes in de toppen van de bomen. We zien ook een grote roofvogel die lijkt op een adelaar. 

Na de river cruise gaan we naar een Maleisisch restaurant waar we heerlijk vegetarisch eten. De avond eindigt een beetje vreemd als een van de Duitse meisjes tijdens het naar huis wandelen moet overgeven en ze aan me vragen om dan maar door te wandelen. 

Om 7 uur 's ochtends sta ik aan de bushalte van centrum Kuching om naar de Orang oetangs te gaan kijken in een lokaal national park. Twee keer per dag worden de dieren gevoerd, en als je geluk hebt kun je ze dan bekijken. Ik kom als eerste in het park aan, dus ik ben gelukkig; er is niemand! Helaas komen na een halfuur nog een paar bussen vol toeristen aan die allemaal meer hebben betaald dan mij. Uiteindelijk zit er wel een man of vijftig en ik baal. Ook de orang oetangs hebben er geen zin in, want hoe hard de parkbegeleider ook schreeuwt, er komt geen enkele primaat van zijn banaan eten. Ik amuseer me nog een beetje met naar de krokodillen te kijken, en daarna besluit ik dat vier uur bij het park wachten toch echt te lang is. Ik neem de bus naar het dichtstbijzijnde dorpje, waar ik als enige toerist volledig uit de toon val. Ik wandel een beetje van cafe naar cafe (vier uur in 1 cafe is wel heel erg lang) en hou me bezig met rare drankjes proberen. Rond half vier pikt de bus me weer op. Ik loop voor de derde keer het lange junglepad naar de orang-oetang feeding place. De parkbegeleider vertelt dat het er somber uitziet; er zijn tot nu toe nog steeds geen orang-oetangs gespot. Eigenlijk is dit een goed teken, want het betekent dat ze zelf in staat zijn om hun eigen eten te vinden in de jungle. Het aantal toeristen is sinds vanmorgen drastisch verminderd. Niet iedereen lijkt zin te hebben om te wachten tot die apen een keertje langs komen wandelen. Ik raak aan de praat met een Nederlands koppel dat in Singapore woont, en kijk ondertussen naar een enorme succeda die in botsing komt met een grote spin op het dak, en samen op de grond belanden. Even lijken ze allebei buiten westen. Dan begint de spin te bewegen. De succeda is dood en de spin begint als een gek rond te wandelen om een web te maken. Alleen is het web een beetje te ambitieus, want een diameter van 5 meter op een heel drukke plek blijkt geen succes te zijn. Uiteindelijk schopt de parkbegeleider de dode succeda in de rivier en is de pret voorbij. Dan horen we ineens dat er orang-oetangs zijn gezien! Ze bewegen heel traag door de jungle, maar ze zijn onderweg! Het blijkt dat ze niet zo veel behoefte hebben om te worden gevoerd, want ze hebben niet zo veel zin om naar beneden te komen. De parkman doet zijn best en uiteindelijk komt het jonge mannetje naar beneden. Het massieve oudere vrouwtje blijft lekker bovenin de boom een beetje fruit eten. Het is best een spectaculair zicht om deze gigantische apen in het wild te mogen zien. Met de hele groep toeristen lopen we van pad naar pad om een zo goed mogelijk uitzicht op de apen te krijgen. Wat een zicht moet dat voor een onwetende omstander zijn geweest. Na ongeveer vijftig minuten naar de apen te hebben gestaard zie ik dat de laatste bus is vertrokken, dus ik rij mee met het Nederlandse koppel. 

'S avonds ga ik naar de bioscoop. Daadpool 2 draait! De bioscoopzaal is een beetje aftands en ik ben er bijna helemaal alleen, wat ik eigenlijk wel lekker vind. De film is hilarisch; ik lach meermaals luidop. Omdat het een Marvel film is, blijf ik helemaal zitten tot het einde van de credits. (De schoonmaakploeg staat al klaar om de zaal op te ruimen, maar uit beleefdheid wachten ze tot ik vertrek. Niet slim, want de aftercredits duren denk ik wel een kwartier.) Dan blijkt dat er geen scene meer aan het einde wordt gespeeld bij Deadpool... Een klein beetje gegeneerd loop ik naar huis. Ach, ik zie die mensen toch nooit meer. En misschien dachten ze dat het een Westerse gewoonte is om te blijven kijken tot het einde van de film. Ik had in ieder geval een leuke avond.

Ik loop in de richting van mijn hostel als ik plots live muziek hoor! Het is al sinds Cambodja geleden dat ik nog muziek heb gehoord en ik besluit er heen te gaan en een drankje te drinken voor ik ga slapen. Het cafe heet Borneo Rednecks en als ik er naar binnen ga word ik aangestaard door een stuk of vijftig Maleizen. De barman begroet me enthousiast en geeft me een plekje aan de bar. Ik ben de enige toerist, maar ik vind het niet erg. Ik wil gewoon genieten van de muziek. Het is erg leuk om te zien hoe ze hier uit gaan; met heel veel makeup, torenhoge hakken en strakke korte jurkjes proberen de meisjes aandacht te krijgen van de jongens die bier drinken en sport kijken. Het koppeltje naast me begint met me te praten tijdens de pauze en ook de band komt even hoi zeggen. Tijdens het volgende deel draagt de zanger een liedje op aan "my Belgian friend." Ik ben niet echt onder de indruk maar lach toch maar. Ik heb best veel lol, maar op een gegeven moment is het toch echt genoeg geweest. Als eerste van de hele bar vertrek ik om 02.00 naar de hostel.