Koh Mook

27 februari 2018 - Koh Muk, Thailand

Beste lezer,

Na het Koh Lipe-fiasco had ik behoefte aan rust. Ik vroeg bij een van de toerismebureaus (om de 5 meter zit er wel eentje) naar het rustigste eiland in de buurt. De vrouw die me hielp raadde me aan om naar Koh Mook te gaan, en dus boekte ik voor 300 bath een ticketje voor de speedboat. Na de gebruikelijke incheck-chaos en een zacht gezegd bumpy boatride kwam ik aan in Koh Mook. Koh Mook is een relatief onontdekt eiland, maar niet in die mate dat er niks toeristisch te doen valt. Er zijn wel wat restaurants en bars, maar amper kledingwinkels en pannekoekenverkopers. Je vindt er maar een handjevol resorts en 1 hostel, het mijne. De grootste en enige trekpleister van Koh Mook is de Emerald Cave. Overdag wordt deze grot en lagune overspoeld door toeristen die een dagtour hebben geboekt vanaf Phi Phi, Lanta of Lipe. Vanaf 15.30 stoppen de tours en krijgen de reizigers op Koh Mook de kans om met een gehuurde kajak hun eigen kippenvelmomentje te creeëren weg van al het massatoerisme.

Dit alles wist ik nog niet op het moment dat ik voor het eerst voet zet op het eiland. Ik slenter met mijn rugzak (die ik bij elke nieuwe bestemming overigens iets lichter laat worden) over de enige weg op het eiland naar mijn hostel. Eenmaal daar aangekomen kom ik direct in contact met Ryan, een vrouw van een jaar of 30 uit New York. Ryan vertelt me binnen iets meer dan een halfuur haar volledige (trieste) levensverhaal. Daarna geeft ze me een korte rondleiding over het eiland, vertelt ze haar levensverhaal opnieuw, gaan we uit eten, vertelt ze haar levensverhaal nog eens, en dan gaan we nog met wat van haar vrienden (waaronder de onuitstaanbare Brabander Martin, die de hints dat ik niet geinteresseerd ben in een pafferige man met een nektapijt die op zijn 36e nog joints rookt met zestienjarigen niet wil snappen) op pubcrawl die eerder een weedcrawl blijkt te zijn.

De volgende dag sta ik zo vroeg mogelijk op om Ryan te ontwijken. Ik zag dat er een junglepad is richting een afgelegen strand, en het weer is bewolkt, dus ik besluit op trekking te gaan. Ik loop ongeveer anderhalf uur door de jungle wanneer ik een verkeerde weg in ga en uitkom bij een soort plantage waar een wit sap uit bomen wordt gegind. Tot mijn grote verbazing (ik wandel al minimaal 7 km over zandpaden die bijna onbegaanbaar zijn voor scooters) zit er een man.
Ik vraag: "beach?"
Hij maakt een gebaar dat de kruising moet voorstellen waar ik verkeerd ben gegaan.
Ik wil me omdraaien, maar kan mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen.
"What are you doing?"
De man lacht niet begrijpend. Naast me springt een beest weg dat ongeveer zo groot is als een kat. Ik gok op een leguaan.
Ik probeer: "rubber?"
Hij zegt "no."
"Then what are you doing?"
Hij lacht opnieuw. Ik zie dat hij minstens de helft van zijn gebit kwijt is. Op dat moment dringt het tot me door dat deze afgelegen junglepraktijk best wel eens niet helemaal in de haak zou kunnen zijn. Ik maak rechtsomkeer, laat het strand voor wat het is en sprint de jungle uit.

Ik dut een uurtje op het strand waarvan Ryan zei dat ze er niet graag komt wanneer er een grote donderwolk aan komt. Ik ga schuilen bij het hostel, waar ik aan de praat geraak met een Duitse jongen en een iets ouder uitzienende Nederlandse man. Ryan had al iets laten vallen over een "older Dutch guy" die ze leuk vond, dus ik begon voorzichtig over Ryan. De man (die Stefan blijkt te heten) blijkt even te hebben geflirt met Ryan voor hij er achter kwam dat ze toch niet zo interessant is. Ook had hij Martin ontmoet. "Ik ben zo blij dat ik jou nu tegenkom, ik dacht dat het aan mij lag!." We zijn direct maatjes. Het gesprek gaat verder over de Emerald Cave en we besluiten samen een kano te huren om dit wonder van het eiland te verkennen buiten het massatoerisme om.

De kanotocht duurt met wind tegen ongeveer een halfuur, wat ervoor zorgt dat we wat tijd hebben om te praten. Stefan blijkt gitarist te zijn geweest van een bekende Nederlandse band, waarop ik luid hun biggest hit inzet en ik bijna uit de kano word gegooid. Ik verander de canoethemesong dan maar naar No woman, no cry. We komen aan bij de Emerald Cave en het is net zo cool als ik me had voorgesteld. Een pikzwarte grot waar je met een hoofdlamp je weg naar binnen baant, tussen duizenden en duizenden vissen door, om uit te komen bij een knalblauwe lagune volledig omgeven door stijle rotswanden vol oerwoud. Paradijs.

'S avonds halen we een hapje te eten en nemen we afscheid. Ik neem een taxi terug naar mijn kant van het eiland met wat jongens uit Noorwegen die me weten te vertellen dat ze probeerden in de Emerald cave te overnachten. Het was geen succes, mede door het grommende onbenoemde beest dat ze wel hoorden maar niet konden zien, de pikzwarte grot gevuld met oergeluiden en het feit dat er pythons op het eiland blijken te zitten. Surprise, surprise.

Ik heb het wel weer gezien met dit eiland en besluit de volgende dag met Stefan mee te reizen naar een ander eiland, Koh Ngai.

Nieuwsgierig? De volgende blogpost komt er zo aan!

Kusjes Fayenne

Foto’s

1 Reactie

  1. Joyce:
    28 februari 2018
    Wat een leuke belevenissen weer Fa, ik kijk weer uit naar de volgende verhaal.

    Joyce XX