Sipadan

8 juni 2018 - Sipadan, Borneo, Maleisië

De busrit hoef ik deze keer niet in mijn eentje te trotseren, want een meisje uit het hostel rijdt met me mee. De bus laat het halverwege afweten en we moeten een halfuurtje naast de snelweg wachten tot een van de mannelijke passagiers, onder het toeziend oog van alle andere mannelijke passagiers, de bus weet te repareren. Ik vind het wel lekker dat de 11 uur durende busrit even wordt onderbroken en we de tijd hebben om een luchtje te scheppen. Als we vroeg in de ochtend aankomen in het havendorpje waarvan ik even de naam niet meer weet, maar waarvan het gehele internet me afraad er langer te blijven dan strikt noodzakelijk, check ik me in bij Uncle Chang's diving. De boot naar Mabul vertrekt om 14 uur, dus ik heb wat tijd om te ontdekken wat er zo erg is aan dit dorp. Het duurt niet lang voor ik het door heb, want ik word nagefloten en aangestaard en ik voel me niet op mijn gemak. Ik duik snel een duikshop in (haha) waar ik een eigen snorkel en masker koop. Ik ben tenslotte naar hier gekomen om te duiken, maar ik heb het een beetje gehad met lekkende maskers en het hele andermans-speeksel-in-mijn-mond gebeuren. Ik koop een legergroene camouflage bril, die me goed van pas komt, want nu kunnen de vissen me niet zien.

Na een paar uur rondhangen vertrekt mijn bootje richting het eiland Mabul. Mabul werd een paar jaar geleden geteistert door piraten uit de Filippijnen die toeristen ontvoerden voor losgeld, en vandaar is het hele eiland nu nog steeds lekker rustig. De politie patroeilleert er dagelijks over het hele eiland en ik voel me er honderd keer veiliger dan in dat stomme havendorpje. Mijn duikschool lijkt op het eerste zicht een beetje aftands, en er is maar 1 andere blanke jongen. Samen gaan we op ontdekkingstocht over het eiland, waarbij het contrast tussen de zandstraatjes met houten hutjes waar de locals wonen en de luxe resorts op palen in het water waar de toeristen verblijven niet groter kon zijn. Ik ben uiteindelijk blij dat ik heb gekozen voor mijn duikschool, want die is wat meer afgelegen van alle resorts en geeft een veel meer representatief beeld van het echte leven op het eiland.

De eerste echte dag in Mabul ga ik natuurlijk duiken. Ik heb 6 duiken geboekt: drie in Mabul en drie in Sipadan. Sipadan is driedubbel zo duur als Mabul, want het is een beschermd gebied waar het aantal duikers per dag gelimiteerd is. Mijn eerste duik is zalig. Ik heb een diving master voor mij alleen, omdat er geen andere toeristen zijn. We verkennen een rif en focussen vooral op "the small stuff": zeeslakjes, anemonen, clownfish, dat soort dingen. Ik zie allemaal vissen die ik nog niet eerder heb gezien, zoals de debiele maar dodelijke stonefish, en paar fusiliers, een trumpetfish, etc.

Voor de tweede duik word ik vergezeld door een Zwitsers meisje die net is aangekomen. (Ook haar bus was stilgevallen, en bij haar was het iets minder snel gefikst.) Helaas is de tweede duik veel minder goed. De visibility is slechter en in plaats van een echt rif bezoeken we een artificieel rif, wat ik sowieso veel minder leuk vind. Hetzelfde geldt voor de derde duik, althans qua visibility. We zien namelijk wel twee gigantische moray eels. Laat me het zo zeggen: normaal zijn moray eels twintig centimeter in diameter; ik denk dat deze wel een meter twintig waren. De ene zat in een grot, de andere in een scheepswrak. Ik moet zeggen dat ik veel te dichtbij kwam. Ik dacht dat het best wel slome beestjes waren met niet veel reach; maar toen ik later een video youtubede van een moray eel zo groot als de mijne die een haai verslond moest ik toch even slikken. In ieder geval is er niks gebeurd, en het is goed om te weten voor de volgende keer. Ik heb ook nog een paar devilfish gezien, prachtige maar opnieuw pijnlijke vissen. 

De volgende dag gaan we naar Sipadan om te duiken. Sipadan is een paradijselijk eilandje ongeveer een halfuur vanaf Mabul, in het meest oostelijke puntje van Maleisisch Borneo. De eerste duik is een beetje spannend voor mij, want er staat een hele hevige stroming en dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik verspil wat energie met de stroming te vechten en mijn buoyancy juist te krijgen, maar uiteindelijk stop ik met strubbelen en laat ik me gewoon gaan met de stroom, en dat blijkt de juiste manier te zijn. We beginnen zoals altijd met de diepste duik en zien al direct rifhaaien en schildpadden, en nog veel meer zalige vissen die ik niet kan benoemen. De tweede duik is nog beter dan de eerste; we komen terecht in een gigantische school Jackfish (?) en een grote school barracuda's. Heel erg jammer is dat ik tijdens de tweede duik veel last heb van mijn oren en niet echt van de barracuda's kan genieten. Ook de rest van de tweede duik blijft lasting en ik moet het heel rustig aan doen. Tijdens de derde duik ben ik bang dat mijn oren weer zeer gaan doen, maar dat blijkt niet nodig! We duiken een grot in in het pikkedonker, voor mij opnieuw een eerste keer, en zien nog veel meer schildpadden en haaien. Aan deze hobby geef ik met veel plezier al mijn geld uit; wat een zalige ervaring.

Na de tweede dag duiken neem ik de bus terug naar het havendorpje waar ik samen met het Zwitserse meisje een nachtje blijf slapen. We hebben een bizarre ervaring met een jongetje van een jaar of 12 dat ons naar de hostel volgt, maar verder verloopt alles wel vlot. De volgende dag begin ik aan mijn helse vlucht naar Flores. Eerst een minivan naar de luchthaven van Tawau, daar een uur of 7 wachten, twee uur vliegen naar Kuala Lumpur, een uur om over te stappen, twee uur vliegen naar Jakarta, 7 uur wachten in Jakarta (slapen op een bankje in het skytrainstation) en vervolgens met een vlucht van een uurtje naar Bali om dan nog een uurtje naar Flores te vliegen. Wat een dag; Ik ben blij als ik eindelijk aankom.