Koh Lanta

19 februari 2018 - Koh Lanta, Thailand

Beste lezer,

Na mijn vorige bijdrage voelde ik dat het tijd was om Phuket achter te laten en me naar andere oorden te begeven. De logische volgende stap was Koh Phi Phi, hèt partyparadijs en bucketlistitem voor velen. Uit verhalen concludeerde ik dat het eiland een doelpubliek beoogt waar ik niet binnen val, en op booking.com vond ik geen leuke hostels. Voor zover dus mijn idee om naar Phi Phi te gaan.
Een andere mogelijkheid was het rustigere eiland in de buurt, Koh Lanta. Ik besloot om een ferry te boeken naar de tweede optie, MAAR met overstap van enkele uren in Phi Phi. The best of both worlds, zo redeneerde ik. En mijn god, wat was dat een goede beslissing. Ik had niet langer dan twee uur nodig om erachter te komen dat Phi Phi niet mijn ding is. Het eiland ziet er weliswaar prachtig uit vanaf een afstand (denk: turquoise zeewater, hoog oprijzende eilanden vol palmbomen, vissersbootjes), zodra je voet aan land zet word je in de dunne winkelstraatjes overspoeld door tattooshops, Britse toeristen, de geur van te vochtige warme plaatsen, winkels vol merchandise, sixpacks en siliconen. Combineer dit met een constante temperatuur van minimaal 28 graden en de enorme backpack op mijn rug en je komt tot de conclusie dat mijn uitstapje in Phi Phi geen succes was. Ik heb mijn uren gevuld met een goed uitziende maar slecht proevende lunch en ben daarna met een gerust hart op de ferry gestapt: hier mis ik niks.

De ferry was benauwd aan de binnenkant en er waren geen zitplaatsen in de openlucht, dus ik besloot een dutje te doen op het dek. Een keer insmeren, dat zou wel genoeg zijn. Nou, niet dus. Toen ik wakker werd waren mijn benen van enkel tot heup knalrood. Zorgen voor later, want Koh Lanta kwam in zicht! Wat een verademing vergeleken met Phi Phi: het stond niet helemaal vol gebouwd met winkels. Er was natuur! Bomen! Rotsen! Vrolijk stapte ik aan wal, ik was een vrouw met een missie: de goedkoopste scooter van het eiland vinden. 150 baht per dag (4 euro) per dag was het doel, en ik zou niet rusten tot ik mijn scooter had gevonden. Na een paar shops moest ik toch maar inzien dat het 200 baht per dag zou worden. Vijf (!) euro, kan je dat geloven? Duur!


Met de backpack achterop en de daypack tussen mijn benen rij ik op mijn oranje-blauwe scootertje naar mijn hostel. Die blijkt te liggen in een zandstraatje vol hippiehutjes. Bob Marley schalt door de luidsprekers, advertenties voor mushrooms hangen aan de bomen, blote voeten vieren hoogtij. Leuk op het eerste zicht, maar achteraf gezien niet geweldig voor mijn nachtrust. Nadat ik me heb geinstalleerd zet ik me in de bar en pas ik mijn gebruikelijke tactiek toe: ik speur in de ruimte naar mensen die ook alleen zijn. Mensen met laptop vallen af, mensen in groepjes die dicht bij elkaar zitten ook. In de verte zie ik twee mensen babbelen met enkele stoelen ertussen. Bingo. "Hey, can I join you guys?"
Mijn nieuwe gezelschap blijkt afkomstig uit Tel Aviv en Bhutan, wat leidt tot een interessant gesprek over vrouwenrechten, het Jodendom, Pakistan en narcotische middelen. Halverwege haakt mijn Joodse vriend af, en ik blijf over met het meisje uit Bhutan. We klikken omdat we allebei vinden dat onze vriend onzin aan het praten was en gaan de hele avond nog samen uit.

De volgende dag verander ik eerst van hostel. Vervolgens rij ik met mijn scooter het hele eiland over. Ik kom langs een prachtige pier die minimaal 300 meter in de zee reikt, en ik rij hem helemaal af tot ik 340 graden ben omgeven door azuurblauw water. (De andere 20 graden is beton.) Daarna rij ik naar een viewpoint, waar ik het me heerlijk comfortabel maak met mijn nieuwe boek (De alchemist van Paulo Coelho) en een kokosnoot. Twee koffies en evenveel uren later ben ik eindelijk klaar om door te reizen. Ik heb 's avonds weer afgesproken met het meisje van gisteren, maar ze ditcht me lastminute. Ik bel even met mijn moeder, kijk een aflevering Temptation Island, eet een curry massaman en zoek nieuwe vrienden. Gelukkig heb ik alweer een nieuw groepje potentiële maatjes op het oog: een paar Canadese girls&guys die in Californië leven en bij mij op de kamer liggen. We klikken direct en ik join de vriendengroep alsof ik er altijd al bij heb gehoord. We eten sticky rice met mango, drinken changbier, nemen een busje ergens naartoe en drinken meer bier. Niks is beter om te bonden dan samen dronken worden. Slapen gaat makkelijk die nacht.

De volgende dag gaan we met het groepje (waar ik al járen bij hoor) naar een waterval in de jungle. De scootertocht er naartoe is al een avontuur, de wandeling over wortels, door grotten en door rivieren is nog leuker. We zien een enorme spin en slapende vleermuizen. Een aap probeert de bananen uit mijn rugzak te stelen. We kruipen onder wortels door, springen op stenen en komen aan bij een paradijselijke waterval.als ik me achter een gigantische boom omkleed komt er een bijna even gigantische salamander nieuwsgierig kijken. Ik ren maar snel weg. Na de jungletocht eten we bij een prachtige viewpoint een salade die ongelofelijk slecht valt. Ik ben nog steeds misselijk als we een paar uur later in de zee liggen. 'S avonds gaan we weer uit, deze keer belanden we in een reggaebar. Ik ga wat eerder naar bed dan de rest, voel me nog steeds ziek.

Ik ben ondertussen toe aan een rustdag, dus de volgende dag staat in het teken van tanning. Ik kan eindelijk weer met mijn voorheen verbrande benen in de zon. (De vorige dag leende ik van iemand een wijde broek die lang moest zijn, maar voor mij een culotte was.)
'S avonds zijn we in een vrolijke bui: we gaan naar een mushroom-bodypaint party. Overal op het eiland hangen advertenties en we zijn nieuwsgierig. We pakken de tuktuk (die we zo slecht balanceren dat we in elke bocht bijna omkiepen) en gaan op verkenningstocht. De bodypaint blijkt aanwezig, de mushrooms nergens te bekennen. Ik kan er mee leven. Ik maak van mijn vriendin een prachtig kunstwerk en dans de hele avond op het strand. De tuktuk terug hebben we ons lesje geleerd, we zorgen voor een betere balans.

Vandaag ben ik ziek. De electriciteit op het hele eiland is de hele middag uit, mijn vrienden gaan weg, ik beland op de scooter in de regen en een jongen maakt een smerige opmerking. Even ben ik sip. Ik besluit mijn dag om te keren, stuur een paar berichtjes met Europa, doe mijn was, koop een mango, ga alleen uit eten in een ligbed op het strand en schrijf deze blog. Zometeen duik ik weer lekker mijn hostelbed in (nouja, klimmen is toepasselijker, ik slaap in een stapelbed) en morgen weer een nieuwe dag in het paradijs!

Slaaplekker alvast,

Fayenne


***EDIT*** Na dit verhaal te hebben geschreven, ben ik naar het strand gelopen. Daar zag ik krabben jagen. Krabben jagen als volgt: ze wachten tot er een golf het strand op spoelt. Tijdens het korte momentje dat de golf er is, rennen ze er als een gek doorheen op zoek naar visjes en schaaldieren die aanspoelen. Het is dan ook overbodig om verder uit te leggen dat ik anderhalf uur lang deze interessante beestjes heb zitten bestuderen onder het genot van eerder vermeldde mango. In de verte kon ik de donderwolk nog zien die ik eerder vandaag zo verafschuwde, en boven me een heldere hemel gevuld met duizenden sterren. Achter mij zag ik tientallen barretjes met prachtige verlichting, voor mij de oceaan met in de verte lichtpuntjes (waar eilanden zijn). Ik ben weer vrolijk.

Foto’s

1 Reactie

  1. Rob:
    3 maart 2018
    Hee, heb je reacties gewist? Ik vroeg ergens waar het verhaal van Koh Lipe was, maar nu zie ik het. Goed om te weten, voor de kritische toerist. Ik krijg vragen, wat een goed teken is. Zoals: wat was die smerige opmerking? en die onzin van die Israelër, ach, mannen vertellen over t algemeen onzin toch? Ben wel jaloers, als vrouw kan je dat maken (hey guys can I join you?), nee zal jij niet gauw krijgen.Dat observeren van die krabbetjes, ik zie het zo voor me, ja leuke hobby. Maar wegvluchten voor een salamander, dat meen je toch niet?